Ken je dat gevoel, je staat op, kijkt in de spiegel, slaat je hard op de borst, wijst naar de spiegel en schreeuwt 'Vandaag geef je ze allemaal dik op hun kloten!'. Ik ook niet. Als het al niet aan mijn bescheidenheid ligt, dan wel zeker aan mijn realisme. Toch trok ik niet zonder ambitie naar Damme. Ik hoopte zelf in bloedvorm te verkeren (aan te weinig trainingsarbeid zou het zeker niet liggen) en traditiegetrouw zijn de toppers er in minder grote getale aanwezig. Leen tekende ook present. Ook al had haar loopkilometerteller dit jaar nog niet te veel werk gehad wegens blessureleed en teenoperatie, toch zou ze Den Halven Van Damme eens flink temmen. #Karakter! Er waren 5 startwaves, samen goed voor een 350-tal triatleten. Ikzelf had me in maart reeds ingeschreven in wave 1, ambitie kan je plannen. Vlak voor de start hielp ik even een atleet met een handicap (verlamd onderlichaam) in zijn wetsuit, hij mocht als allereerste van start gaan. Op zulke momenten besef je dat een mooi klassement halen eigenlijk bijzonder onbelangrijk is, en je eigenlijk blij mag zijn dat je volledig gezond en wel aan de start kan verschijnen.
Enkele minuten later bevond ik me zelf in de Damse vaart op weg richting Damme, 2km zwemmen op het bord. De eerste minuten na de zwemstart kunnen sowieso al eens chaotisch zijn, maar in het algemeen betert dat wel. Niet deze keer, ik leek wat vast te komen zitten in het pak en prees me gelukkig dat mijn claustrofobie geen al te grote proporties aannam. Enkele aaitjes hier en daar waren onoverkomelijk, mijn excuses aan de triatleet wiens voet gebroken werd middels een aanraking met mijn oogkas. Maar na af en toe enkele schoolslagen in te lassen kreeg ik in de smiezen dat we naderhand gewoon met z'n achten op een zakdoek aan het zwemmen waren. Even laten afzakken tot achteraan en de rest van het tripje relaxed (alles is relatief!) richting waterexit. Mooie zwemtijd zonder mezelf op te blazen, ik zat op schema. Dit jaar nam ik reeds 3x deel aan een halve, 3x pletsende regen. Deze keer zou het droog blijven, al lag het wegdek er nog nat bij van het gemiezer de uren voordien. Opnieuw opletten geblazen dus. De eerste ronde (3x30km op het programma) de motor goed warm laten lopen zonder al te gek te doen. Vanaf de 2e ronde de gaskraan wat meer open. Ik verzeilde niet in een groepje, doch enkele van de atleten die ik inhaalde bleven in het wiel plakken (weliswaar met de nodige tussenuimte, ik werd nagenoeg de hele rit vergezeld van een gemotoriseerde referee). Geen probleem, ook zij moesten de nodige energie verslinden om het strakke tempo aan te houden. In de 3e ronde meende ik het tempo wat te kunnen laten zakken met het oog op het lopen, maar dat was zonder mijn carbonnen ros gerekend, die er blijkbaar tot aan het gaatje nog stevig tegenaan wou blijven gaan. En ik moest mee natuurlijk, de gore smeerlap! Maar wie kon er nog zijn slofjes aanschieten nadat meneer languit in het fietsrek stond uit te hijgen? Soms vraag ik me af of ik hem niet moet inruilen voor een splinternieuw exemplaar, ik kan toch niet met me blijven laten sollen? Niet, Leen? Niet tegenstaande me dit grapje aardig wat kuitenkruit had gekost, was ik de laatste kilomers wel van mijn achtervolgers verlost. 'Geef er maar een flinke lap op!', riep mijn vader me toe bij het ingaan van de halve marathon. Mocht hij mijn lichaam aangevoeld hebben, hij zou zich wellicht eerder beperkt hebben tot een bescheiden 'Een behouden thuiskomst, jongen.', maar het is uiteraard de plicht van mijn grootste supporter om me een hart onder de riem te steken. Dat was ook nodig, want de halve marathon was verdeeld in 2 behoorlijk saaie looprondes rondom de Damse vaart. Afgezien van het centrum van Damme, nauwelijks een hond langsheen het parcours en bij tijden had ik het gevoel dat ik mijn zaterdags duurloopje aan het afwerken was. Toch wou ik het tempo strak houden, want mogelijks kon ik nog wel enkele plaatsen goed maken, ook al zag ik niemand voor me uitlopen. Tot op het einde van de eerste ronde, toen ik 3 mannen plus een mentale opsteker in het vizier kreeg. Even later werd ik nog gepasseerd door de atleet in zijn rolstoel (trouwens de enige die me na de zwemexit zou passeren in de gehele wedstrijd), hij begon ook aan zijn halve marathon. Heel even wenste ik in zijn rolstoel plaats te kunnen nemen. Een bedenking waarvoor enkel een flinke klap voor mijn kanis en een trap in mijn edele delen op zijn plaats was, maar ook ik ben niet vrijgesteld van zwakke momenten. Toch gaf ik de moed niet op, en de 3 mannen waren er even later aan voor de moeite. Met een mentale opsteker kon ik de finish en winter tegemoet. Nog niet onmiddellijk naar huis na de aankomst. Uiteraard nog even supporteren voor Leen, maar (jawel!) ook wachten op mijn eerste prijzengeld! Het profbestaan is nakend! Als klap op de vuurpijl mocht ik ook nog het podium op. Weliswaar als tweede 40-plusser (een foutje van de organisatie die zich wellicht gebaseerd had op mijn haartooi om me in te delen in de leeftijdscategorieën), maar hé, wie maalt daarom als dat een bos bloemen en een flesje cava schuift? Sportieve groeten, Jeroen
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurJeroen Van Overmeire : Archieven
July 2022
|